© Grietje Boersma - Drachten
Ga je uit logeren soms
Vroeg iemand pas aan mij
Oh nee, nog niet, voorlopig dan
Was wat ik haar toen zei.

Het is mijn tijd daarvoor nog niet
Alleen God weet wanneer
Hoewel het kan ook morgen zijn
Of zelfs een andere keer.

Dan is het goed, zei die persoon
Ik kan me ook vergissen
Het doet me goed dat je nog blijft
Want ik zou jou zo missen.

Ach, dit zijn woorden..en fictief
Wat opkwam in mijn brein
Daar waar ik dan logeren ging
Zou bij mijn Gastheer zijn.

Die Gastheer is mijn Heere God
Hij maakt vast alles klaar
En als mijn tijd gekomen is
Dan wacht mijn Heer al daar.

Maar voordat ik naar Hem toe ga
Geniet ik hier beneden
God gunt mij dat, en zoveel meer
Hij is heel snel tevreden.

En weet je, jij mag er ook zijn
Je hoeft niets te bewijzen
Dat deed God zelf, in Zijne Zoon
Daar wil ik Hem voor prijzen.

Dat doe ik in het ABC
Afhankelijk van God
Biddend dank en loof ik Hem
Concreet zeg ik tot slot..

Heb vertrouwen allemaal
Het mooiste moet nog komen
Ik voor mijzelf, kijk daar naar uit
Voor nu blijft het bij dromen!