© Grietje Boersma - Drachten
Daar, waar geen tranen meer bestaan
En nimmer meer verdriet
Geen duistere gedachten zijn
Want die bestaan daar niet.

Geen innerlijke kilte meer
Dat wordt door God belet
Want het was of mijn warmte
Pardoes was uitgezet.

Nooit meer zal ik eenzaam zijn
Nee, nooit meer zo alleen
Temidden van de stilte
Klinkt daar Gods stem door alles heen.

Wat een fijn vooruitzicht
Welk God mij heeft beloofd
De vlam die Jezus ons ooit bracht
Is nimmer uitgedoofd.

Ik mag voor altijd wezen
In Zijn Aanwezigheid
God heeft ook mij gekozen
Want maakt geen onderscheid.

Wanneer ik nu verdrietig ben
Of soms wat van de wijs
Dan denk ik aan mijn eigen plek
In het zo mooie Paradijs!