© Grietje Boersma - Drachten

Het was zover, vandaag zou hij worden afgezaagd en weggevoerd. Hij en zijn lotgenoten hadden het akelige nieuws vernomen van de buurtbewoners. De meningen waren uiteenlopend. Sommigen waren blij vanwege het voortaan wegblijven van overtollig blad en bloesem, maar anderen, de echte natuurliefhebbers voelden spijt en licht verdriet dat hun bomen zouden verdwijnen. Hij had zich er al weken geprobeerd om op voor te bereiden maar..hoe bereid je jezelf voor op jouw eind bestaan als kastanjeboom. Waar moesten voortaan het duiven-echtpaar hun nestje bouwen, hun kindjes groot brengen. Het was elk jaar zo’n gezellig samenzijn geweest..Oh, zo piekerde hij voort en zo ook vlogen de weken voorbij. En nu, deze donkere en mistige dag, was het zover.

Daar zag hij de machine al aankomen, een grote vorkheftruck, met een arm waaraan een grote schaar zat bevestigd kwam naderbij, draaide en stopte vlak voor hem. Oh, zou het erg pijnlijk zijn of..als hij zich maar zou ontspannen dan viel het vast wel mee.
De schaar kwam dichterbij en boorde zich in zijn stam..hij begon van de spanning te schudden, net zolang tot hij los was van de stam. Het lukte hem rechtop te blijven staan in de sterke arm van de machine en.... met opgeheven kruin werd hij weggevoerd. Maar oh..wat mooi, er liep een mens gehuld in juiste kleding en helm voor hem uit. Het toonde respect voor hem, de boom, die al zoveel jaren had gefloreerd. Hij had zijn taak volbracht en zou worden verwerkt voor een ander doel.

En ik..mens, bewoner van het huis op de hoek met het uitzicht op de bewuste kastanje..ik zag hem met spijt, maar trots als hij was..weggevoerd worden, de straat uit en bocht om.
Stiekem groette ik hem..dag boom, dacht ik..dag..