© Grietje Boersma - Drachten
Ik was eens als een mooie vaas
Zonder krassen, gaaf en rein
Maar plots kwam daar verandering
Waardoor ik niet meer blij kon zijn.

Snel deed ik een masker voor
Zo niemand mijn verdriet kon zien
De krassen aan de buitenkant
Maskeerde ik zo bovendien.

Van binnen was ik in de rouw
Tot op het bot teerde ik weg
Ik werd gemeden, merkte ik
En werd gevolgd door stomme pech.

Mijn leven lag in diggelen
Wat overbleef waren wat scherven
Totdat ik tot bewustzijn kwam
Ik laat mijn leven niet bederven.

Mijn treurnis stond toch niet op zich
Want Jezus had dit ook ervaren
In dit besef vroeg ik aan Hem
Wilt U mijn bitterheid bewaren?

Zijn antwoordt gold zoals verwacht
Ik heb jou lief, jouw hele leven
En jouw scherven, lieve kind
Die zal Ik eigenhandig helen!