© Grietje Boersma - Drachten

De tafel, liefdevol gedekt
een kleed, zo wit en onbevlekt
bedekt oneffenheden.
Het brood, de wijn, staat wachtend klaar
een hand, breekt slechts in een gebaar
in stilte wordt gebeden.

De schaal gaat rond van mens tot mens
en uitgesproken wordt de wens
dat men gezuiverd wordt.
De beker, welk gevuld met wijn
symbolisch voor Zijn bloed zal zijn
wordt spoedig uitgestort.

Dan wordt verwezen naar de dis
en volgt er een bekentenis
doch ook een liefdevol gebaar.
De Meester weet en Hij vergeeft
maar wat er in de ander leeft
blijkt doch een groot gevaar.

Een blik, begrip, een diepe zucht
ontaard dan in een snelle vlucht
verraad is wat er wacht.
Laf wordt er met wat geld gestrooid
de man, hij blijft echt niet berooid
verdwijnt weer in de nacht.

Iets was de leerlingen ontgaan
verwarring was er reeds ontstaan
daar in die bovenzaal.
Maar Jezus wist wat Hij begon
Hij die de dood eens overwon
vierde gerust het Avondmaal!