© Grietje Boersma - Drachten
Ik klopte op Gods hemel poort
En bonsde op Zijn Vader hart
Ik riep het uit, Heer.. helpt U mij
Want voelde mij toch zo verward.

Al aarzelend keerde ik mij om
De poort bleef o zo ferm gesloten
Had God mijn bede niet gehoord
Zou Hij dit zo hebben besloten?

Stil keek ik om over mijn schouder
In mijn ooghoek blonk een traan
De afstand tussen ons werd groter
Ik liep steeds meer van God vandaan.

Onderweg tijdens mijn zwijgen
Werd er op mijn hart geklopt
Het sleutelgat leek vastgeroest
Emoties heel diep weggestopt.

God echter, die Zijn kinderen kent
Had voor ieder hart een loper
Waar Gods hart uit goud bestaat
Was dat van mij echter van koper.

God opende mijn bittere hart
Zodat Hij binnen kon gaan wandelen
De pijn werd plotseling weggevaagd
Welk een gevolg was van mijn handelen.

Ik hoorde Hem tegen mij zeggen
Mijn kind, je was zo snel verdwenen
Want als je even had gewacht
Was ik wel bij de poort verschenen.

Blij keek ik naar mijn Heer omhoog
Hij had mij immers niets belet
Voortaan zal ik met meer geduld
Op antwoord wachten op gebed!