© Grietje Boersma - Drachten

Al ziende werd ik blind
Ik keek, maar zag niets meer
Al horende werd ik doof
Vroeg steeds, wat zei je ook al weer?

En zelfs de Stem van God
Ging telkens weer verloren
Zo ook de zoete toon ervan
Kon mij niet meer bekoren.

Gelukkig dat de Heer
Mij niet heeft laten gaan
Hij heeft mij vastgehouden
En kwam ik niet alleen te staan.