© Grietje Boersma - Drachten

God gaf de hele aarde kleur
de hemel blauw, het gras werd groen
de bloemen werden rood en geel
Hij wilde zoveel moeite doen.

God keek toen rond en het was goed
alleen had Hij nog maar één wens
formeerde uit wat korrels zand
een manspersoon, het was een mens.

De mens alleen was niet voltooid
en voor de nieuwe dageraad
schiep God de vrouw, ze was zeer mooi
Hij had dit voor het laatst bewaard.

Toen was het klaar heeft God gedacht
creëerde nog een beestenboel.
Hij keek toen rond, was zeer verheugd
het gaf Hem een voldaan gevoel.

Maar wat een schrik, de slang was sluw
verleidde, nam zijn kansen waar
en Eva, ach, ze dacht niet na
ze zag geen enkele gevaar.

Waar was de Adam, metgezel?
zag hij zijn Eva niet in nood!
Helaas, hij ging toen met haar mee
tezamen gaven zij zich bloot.

Van toen af aan, het Paradijs
de poort werd reeds gesloten
eens zal hij echter opengaan
dat heeft God zelf besloten!