© Grietje Boersma - Drachten

De merel zingt, heel in de verte
zo mooi,zo teder, en zo blij
alsof die mooie compositie
speciaal geschreven is voor mij.

Doet mij ontwaken uit mijn dromen
de zon komt op, en het wordt licht
ik zet mijn raam wagenwijd open
en voel een bries op mijn gezicht.

Ik snuif verrukt aan fijne geuren
mijn hele denken word verstomd
dankbaar ben ik, voor God Zijn schepping
besef dan blij, de lente komt.

De winter welk soms triest en koud is
maakt ruim baan voor bloemenpracht
een wisseling van de seizoenen
oh, wat heeft God dat goed bedacht.

Zette seizoenen op een rijtje
ze komen netjes achter elkaar
het blijft een wonder, dit gebeuren
herhaalt zich immers elk jaar.

En, God zo groot, denkt aan de kleinen
een merel met zijn mooi gezang
maar oh glorie, ook wij mensen
zijn voor Hem van groot belang.

De merel zingt, nu heel dichtbij
zijn gefluit klinkt fleurig weer
het roepen wordt een koorzang
en daalt zacht op d’aarde neer.