© Grietje Boersma - Drachten
Drie kruizen stonden op een rij
op zich was dat niet ongewoon
gebeurde in die tijd wel meer
als een publiekelijk vertoon.

Maar deze dag zou anders zijn
men had geroepen, kruisig Hem
bijna Sabbat, het moest snel
in die hectiek klonk zacht Zijn stem.

Vergeef hen, die Mijn beulen zijn
ze weten niet meer wat ze doen
ik was verbaasd, dat Hij dat zei
ik kon dat niet, voor geen miljoen
.
Had mij verscholen, dicht bij Hem
en volgde alles om mij heen
er klonk gelach, hoe raar was dat
maar ook klonk stilletjes geween.

Zou Jezus mij hebben gezien
toen ik daar aan Zijn voeten zat
mijn ogen strak gericht op Hem
en alles om mij heen vergat.

Oh Heer, het deed me zo,n verdriet
kon ik de pijn verlichten
zette mijn schouders onder U
om U zo op te richten.

Maar ach, mijn daad was ongezien
en slechts in mijn gedachten
denkbeeldig stond ik aan het Kruis
waar velen U verachtten.

Plots werd het donker om mij heen
U, Jezus, liet het leven
de engelen staakten hun gezang
al was het slechts voor even.

Soldaten keken op, verschrikt
de hoofdman keek naar mij
waarlijk, deze mens was God
was wat hij mij, toen zei.

Ik huilde, was om Hem bedroefd
liep zacht van 't Kruis vandaan
al weet ik, straks vieren we feest
want Hij, mijn Heer, is opgestaan!